Raar maar waar: van het drinken van alcohol krijg je nog meer dorst. Hoe tegenstrijdig is dat? Maar als je de verklaring kent, dan vind je het waarschijnlijk niet meer zo vreemd. Alcohol is namelijk vochtafdrijver nummer één.
De sfeer is uitgelaten, er zijn leuke mensen en lekkere muziek. Kortom: erg gezellig. Ook de drankjes smaken je goed. Je hebt alleen nog steeds dorst?! Terwijl je toch aardig wat biertjes of wijntjes verder bent. Newsflash: van het drinken van alcohol krijg je alleen maar méér dorst.
Je zou denken dat je van welk vocht dan ook, nooit méér dorst kunt krijgen. Dat geldt inderdaad voor vele soorten vocht, maar niet voor alcohol. Alcohol heeft namelijk een negatief effect op je hormoonhuishouding. Om precies te zijn op het plashormoon ADH. ADH staat voor ‘antidiuretisch hormoon’. Dit hormoon zorgt ervoor dat je nieren water uit je plas terughaalt, voordat het je lichaam verlaat. Alcohol onderdrukt de werking van ADH. Dat betekent dat naast de plas, ook het water verdwijnt in de wc-pot. Het gevolg is dat je lichaam vocht tekort komt. En daar krijg je dus dorst van.
Het hormoon ADH controleert in het dagelijks leven je drang om te plassen een beetje. Zodat je niet de hele dag op het toilet zit. Alcohol zet de rem op ADH dus moet je vaker naar de wc. Meer plassen = meer vochtverlies.
Als je iets te diep in het glaasje hebt gekeken (want het was zo gezellig en je had zo’n dorst) krijg je de volgende dag de rekening gepresenteerd. In de vorm van een ferme kater als je het echt bont hebt gemaakt. Een van de kenmerken van een kater is nadorst. Deze nadorst komt door de vochtafdrijvende werking van alcohol. Alcohol onttrekt vocht aan je lichaam en dat zorgt voor een plakkerige mond en leren tong. Nadorst dus.
Top 3 grootste dorstlessers: 1. Water 2. Warme kop thee 3. Water met smaakje