Voor sommige mensen is twee glazen al te veel, voor de ander zijn tien glazen niet genoeg. Hoe komt dat eigenlijk?
Veel mensen weten van zichzelf dat ze geen rem hebben als ze beginnen met drinken. Niet dat ze verslaafd zijn, maar als ze wél drinken, dan is het altijd teveel.
Hoe dat komt, leggen we uit.
Voor de één is twee glazen te veel, de ander heeft aan tien niet genoeg.
Alcohol heeft voor iedereen dezelfde eigenschappen. Toch reageert iedereen anders op alcohol.
Hoe je erop reageert, komt door drie factoren:
1 - Je lichaam (geslacht, gewicht, psychische gesteldheid, hoe je brein werkt).
2 - Persoonlijkheid (erfelijke eigenschappen).
3 - De persoonlijke situatie.
Iemands persoonlijkheid is het simpelste om uit te leggen. De ene persoon is immers gevoeliger voor verslavingen of ander riskant gedrag.
Ook de situatie is een gemakkelijke uitleg. Als je veel vervelende gebeurtenissen meemaakt, kan je eerder geneigd zijn spanning weg te drinken.
Alcohol heeft voor iedereen dezelfde eigenschappen, maar iedereen reageert er anders op.
Is er geen sprake van een persoonlijke aanleg voor veel drinken, en is er ook geen acute aanleiding geweest, dan kunnen lichamelijke eigenschappen ook een rol spelen.
En veel van die eigenschappen zijn van toepassing op de plek waar alcohol zijn meest directe uitwerking heeft: de hersenen.
De hersenen hebben veel functies, waaronder:
Het controlemechanisme bepaalt hoe goed je impulsen kunt weerstaan. Het beloningssysteem zorgt ervoor dat als je iets goeds doet, je jezelf beter voelt.
Geen twee mensen zijn natuurlijk gelijk. De één heeft meer controle dan de ander.
Minder controle kan dan zorgen voor meer glazen. Logisch. Als je controle minder is én het belonende effect van alcohol is groot, dan is het moeilijker voor jou om te stoppen met drinken.
Iemand die van nature meer rem heeft én die minder gevoelig is voor het belonende effect van alcohol, die kan stoppen met drinken voordat het uit de hand loopt.